Integratie: (g)een onzinwoord?

De afgelopen jaren hebben we het veel over migratie. In dat discours vraagt men zich vaker af in hoeverre migranten zijn geïntegreerd. Maar wat betekent 'integratie' precies? Wanneer is iemand 'goed geïntegreerd'?

Integratie: (g)een onzinwoord?
Photo by Maria Oswalt / Unsplash

Introductie

Het migratiedebat is enorm relevant in de huidige politiek. Of men nu van mening is dat er een asielcrisis is of niet, één ding staat vast: de termen en definities zijn niet in steen gebeiteld. Asielzoekers, gastarbeiders, allochtonen, personen met een migratieachtergrond, allerlei verschillende termen met dezelfde associaties: niet goed (genoeg) geïntegreerd.[1] Maar moet dat dan, integreren? En is ‘integratie’ niet een te vage term om als criterium voor burgerschap te stellen? In dit essay wordt gepleit voor het gebruik van de term ‘integratie’ in relatie tot migratie. Allereerst zal de definitie van ‘integratie’ worden besproken (en of deze überhaupt bestaat). Vervolgens wordt het gebruik van de term behandeld en in context geplaatst, waarna de problematiek hiervan wordt belicht. Ten slotte bevat dit essay een korte, samenvattende conclusie.

‘Integratie’ is een onzinwoord

Integratie betekent het opnemen van iets in een groter geheel[2] en is voor het eerst terug te vinden in 1872. [3] Een begrip wat dus tot op zekere hoogte open staat voor interpretatie. Tegenwoordig wordt het echter gebruikt als een soort kapstok om asielzoekers verschillende plichten op te leggen. De definitie van het woord is in het migratiedebat namelijk verschoven naar een geïndividualiseerde vorm van integratie,[4] waarin de ‘samenleving’ een al gevestigd iets is en het aan de ‘outsiders’ is om daar zo goed mogelijk bij te horen. In het vierde hoorcollege van dit vak werd integratie gedefinieerd als ‘een sociaal onderdeel zijn van de samenleving.’ Dit insinueert dat er een actieve rol voor degene die bij het grotere geheel wilt horen. Dat terwijl de last eerst bij de grotere groep lag: zij waren immers de handelende partij in de definitie die iets wilde opnemen.[5]

‘Integratie’ is onzin

Op deze manier is dus die eerdergenoemde kapstok gebouwd. Er is namelijk veel onenigheid over de meest effectieve manier om te integreren. Volgens een in o.a. migratierecht gespecialiseerde jurist is ‘een eerlijke baan’ een van de meest effectieve manieren,[6] maar vervolgens is er een ‘24-weken-eis’ die dit limiteert.[7] Andere bronnen benadrukken juist educatie en politiek.[8]

Het huidige kabinet is ook van mening dat werk en taal de basis zijn voor integratie en gaan aan de slag met ‘gelijke kansen voor iedereen’,[9] maar spreekt zichzelf in hetzelfde regeerprogramma tegen met bezuinigingen op de al geminimaliseerde rechtsbescherming voor immigranten. [10] Er worden in ieder geval allerlei dingen van immigranten verwacht die niet voor Nederlanders zonder een migratieachtergrond gelden. Ze hoeven niet te bewijzen dat ze de taal spreken, kunnen lezen, weten wie Maxima is en ze hoeven ook geen trouw te zweren zoals bijvoorbeeld zou moeten bij naturalisatie. En deze eisen worden wederom aangescherpt door het kabinet. [11] Men twijfelt dus welke dingen ze op de kapstok willen hangen, vervolgens hangen ze alles er maar op, en inmiddels begint deze metaforische kapstok wel enigszins vol te raken. Verder heerst er een dubbele standaard voor immigranten, die zich voorbeeldig moeten gedragen.[12] Dat is terug te zien in de reacties op onwenselijk gedrag. Wanneer burgers met een migratieachtergrond iets onwenselijks doen/denken, suggereren oud-ministers Grapperhaus[13] en Rutte[14] dat deze mensen het land uit moeten. Toch hoort men die suggestie niet in bijvoorbeeld de jaarlijkse nasleep van de veertig meter hoge Duindorp-Scheveningen vreugdevuren, waarbij men vaker dan niet regels breekt. Daar ontstaat dan geen debat over de mate waarin de Duindorpers zijn geïntegreerd.[15] Ook is het niet zo dat integratie gelijk staat aan maatschappelijke betrokkenheid. Nederlanders voelen zich wel verbonden met Nederland, maar dat staat niet gelijk aan betrokkenheid of verantwoordelijkheid.[16] Het is dan vreemd om te stellen dat immigranten deze gevoelens wel zouden moeten hebben, en zelfs moeten bewijzen. Deze voorwaardelijke vorm van burgerschap[17] staat juist heel haaks op het gelijkheidsbeginsel wat zo kenmerkend hoort te zijn aan democratische rechtstaten.[18]

‘Integratie’ is een woord

Iedereen is gelijkwaardig in Nederland, maar sommige mensen moeten door allerlei hoepels springen om die gelijkheid verdienen. Dat is niet hoe art. 1 Grondwet is geformuleerd, maar op de één of andere manier is het asielbeleid hier toch op uitgekomen. Of we die hoepels nou ‘integratie’ of ‘assimilatie’ of iets anders noemen, het blijven dezelfde problematische hoepels. In plaats van een nieuwe term vinden en het eeuwenoude begrip ‘integratie’ te rebranden, en vervolgens niks veranderen aan de inhoud, zouden we onze energie moeten gebruiken voor de evaluatie van de hoepels en bespreken of/in welke mate deze überhaupt nodig zijn. Is het wel nodig om voorwaarden op gelijkheid te stellen, wanneer deze zo onvoorwaardelijk is geformuleerd in onze constitutie? Mogen we dat überhaupt, en zo ja, waarom? Waarom zouden we dit mogen, in welke gevallen doen we dit daadwerkelijk en waar komt die behoeft dan precies vandaan? Dat zijn veel nuttigere vragen dan die omtrent terminologie.

Voetnoten

[1] ‘Herziening van de termen ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ is nodig: afschaffen, hernoemen of herdefiniëren?’, socialevraagstukken.nl.

[2] ‘Betekenis ‘INTEGRATIE’’, vandale.nl.

[3] N. van der Sijs, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam/Antwerpen: Veen L.J., 2002, p. 1996.

[4] T. de Waal, Integration Requirements for Immigrants in Europe. A Legal-Philosophical Inquiry, Oxford: Hart Publishing 2021, p. 33-35.

[5] T. de Waal, Integration Requirements for Immigrants in Europe. A Legal-Philosophical Inquiry, Oxford: Hart Publishing 2021, p. 34.

[6] ‘Losse flodders van kabinet-Schoof illustreren onwil’, NRC 24 september 2024.

[7] ‘De asielzoeker wil aan het werk, maar de 24-weken-eis zit in de weg’, NRC 9 juni 2023.

[8] M.A. Schain, ‘Driving Integration: How it is done’, Journal of Ethnic and Migration Studies 2016/39 nr. 13, pp. 2332-2337.

[9] Bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36471, nr. 96, p. 16.

[10] Bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36471, nr. 96, p. 20.

[11] Bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36471, nr. 96, p. 23.

[12] T. de Waal, ‘Voorwaardelijk burgerschap’, in: #Woest. De kracht van verontwaardiging, Amsterdam: Amsterdam University Press 2018, p. 200.

[13] ‘Bill Gates geef het goede voorbeeld’, De Groene Amsterdammer 10 mei 2017.

[14] ‘Aan alle Nederlanders. Lees hier de brief van Mark Ruge.’, vvd.nl.

[15] W. Schinkel, De Gedroomde Samenleving, Kampen: Klement 2008.

[16] S. Beugelsdijk e.a. (red.), Denkend aan Nederland, Den Haag: SCP 2019, p. 18.

[17] T. de Waal, ‘Voorwaardelijk burgerschap’, in: #Woest. De kracht van verontwaardiging, Amsterdam: Amsterdam University Press 2018, p. 202.

[18] T. Bingham, The Rule of Law, London: Penguin Books 2011, p. 8.